Van bier en mensen

Iedere eerste vrijdag van de maand haalt Barnabas, eigenaar van een benzinepomp annex café-restaurant langs de doorgaande weg naar Salinas, hun maandproductie op met zijn aftandse pick-uptruck. Met z’n drieën laden ze zwijgend de vaten op en nadat Barnabas betaald heeft, drinken ze samen een biertje. Soms twee. Nooit drie.
Het AnDo-bier is populair in de streek. Veel inwoners gooien hun tank aan het eind van de dag nog snel even vol bij Barnabas en drinken dan wat in het café. Daardoor drijft de kleine brouwerij bijna helemaal op Barnabas en zijn café.

José Domingo helpt vanaf zijn vijftiende zo vaak hij kan zijn vader in de kleine brouwerij. School schiet er al gauw bij in. Zijn moeder klaagt daarover maar pa spreekt zich er niet over uit. En dus werkt hij op zijn zestiende de hele week in de brouwerij. Het leven is goed. ‘s Morgens vroeg ziet hij de zon als een enorme bal boven de heuvels in het oosten uitklimmen. Leunend op het vochtige witte hek dat een meter of dertig naast de brouwerij de grens van hun land aangeeft, rookt hij dan zijn eerste sigaret. Pa komt met twee mokken koffie. Er is niets te zeggen.

Maar op een dag in mei begint pa ’s morgens plotseling te praten bij het hek. Even later is hij dood. ‘Hartstilstand’, zegt de dokter. Niets tegen te doen. Praten kan gevaarlijk zijn.

Acht maanden later parkeert Barnabas zijn pick-up in de gebruikelijke stofwolk op de gebruikelijke plek voor de brouwerij. José en hij laden de vaten op en als Barnabas betaalt zegt hij: ‘Hoe krijg je het toch voor elkaar om in je eentje net zoveel vaten te produceren als…toen…als vroeger?’ Hij heeft zich dat ook afgevraagd. Zonder al teveel moeite heeft hij pa’s aandeel in het werk overgenomen. Dan ziet hij dat zijn vader geleidelijk minder is gaan doen terwijl hij zelf juist sterker werd. Kleine veranderingen blijven vaak onopgemerkt. Hun uitwerking op anderen niet. Misschien moet hij toch nog eens kijken naar dat andere bier dat hij laatst per ongeluk heeft gebrouwen. Iets zwaarder maar lang niet slecht. ‘Ik weet het niet’ zegt hij tegen Barnabas en haalt een schouder op. Hij steekt een hand op en loopt terug naar de brouwerij.